Bij de bestrijding van de Coronacrisis kunnen intellectuele eigendomsrechten een sta-in-de-weg zijn. Nu de nood hoog is, is dat moeilijk aanvaardbaar. Open source licenties kunnen uitkomst bieden. Er is nu ook een open Covid-licentie.
Open source initiatieven
Sinds de crisis woedt komt een ongekende creativiteit boven in het zoeken naar oplossingen. Op elk relevant gebied zijn er initiatieven waarin data, onderzoek, software, hardware, ontwerpen, etc. belangeloos worden bedacht, verzameld en ter beschikking gesteld.
Een wonderlijk voorbeeld is de Italiaanse groep die Decathlon snorkelmaskers met 3-D geprinte onderdelen geschikt maakte voor ademondersteuning. Wereldwijd zijn er tientallen vergelijkbare initiatieven (een overzicht hier). Bekend uit ons land is de VentilatorPAL, een basaal (nood)beademingsapparaat, geschikt voor zelfassemblage. Wat dacht u van een DIY Toolkit om mondkapjes te ontsmetten met UV-C licht?
Waarom open source licenties?
In de meeste gevallen worden deze materialen en oplossingen onder een ‘open source’ licentie aangeboden. Dit is zeer aan te raden.
De belangrijkste reden is dat bepaalde intellectuele eigendomsrechten van rechtswege ontstaan en bescherming geven. Zo zijn ontwerpen, teksten, tekeningen, software, dataverzamelingen in beginsel vanzelf beschermd door auteursrecht, (ongeregistreerde) modelrechten of databankenrecht. Wettelijk zijn deze rechten voorbehouden aan de eigenaar; anderen mogen er geen gebruik van maken. Dit maakt de informatie voor velen onbruikbaar en remt zo de verspreiding en ontwikkeling af. Een ruime, open gebruikslicentie geeft meer zekerheid dan wanneer een licentie ontbreekt.
Een belangrijk praktisch voordeel is dat de meeste open source licenties een disclaimer bevatten én de aansprakelijkheid beperken. Zij geven de licentiegever zo rugdekking.
Als de inbreng van veel partijen wenselijk is, dan is een derde belangrijke reden de mogelijkheid om te verplichten tot reciprociteit (of ‘copyleft’), waardoor ook deze inbreng vrijelijk gebruikt kan worden.
De bekendste open source licenties zijn Creative Commons Und GNU, die verschillende gradaties kennen van gebruiksvrijheid. Maar, er zijn tal van andere standaarden te kiezen afhankelijk van het type recht, de branche of het soort informatie dat wordt gedeeld.
#Open Covid Pledge
Wat nu als ook gebruik gemaakt wordt van rechten die niet ‘open source’ zijn? Dit klemt bijvoorbeeld als het gaat om beschermde medicijnen, werkwijzen voor virustests, medische apparatuur, maar ook bij beschermde hardware en software bij social distancing apps op smartphones. Het regelen van de benodigde toestemmingen vergt dan in het beste geval kostbare tijd.
Een belangrijk initiatief is daarom de Open Covid Pledge. De initiatiefnemers zijn Amerikaanse juristen en wetenschappers van naam en faam, en worden gesteund door flink wat organisaties, waaronder Creative Commons, en open softwareplatform Mozilla.
De kern is de toezegging om intellectuele eigendomsrechten tijdelijk, gratis en onder ruime voorwaarden ter beschikking te stellen voor zover relevant voor bestrijding van de pandemie. Tijdelijk, want het vrije gebruik duurt volgens de standaardlicentievoorwaarden tot 1 jaar nadat de WHO de pandemie beëindigd heeft verklaard.
Een weigering tot het tijdelijk vrijgeven van rechten die van belang zijn bij de bestrijding van Covid-19 lijkt maatschappelijk slecht te rechtvaardigen. Het is daarom te hopen dat dit initiatief waar nodig breed wordt gedragen. Kritiek is ook mogelijk, want zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat een overheid een dwanglicentie afdwingt zal daar nog een redelijke vergoeding tegenover moeten staan.
De Open Covid Pledge is al gedaan door hardware gigant Intel, die op 7 april jl. zijn eigen Intel Open Covid License heeft gepubliceerd, met daarin enkele preciseringen, waaronder de uiterste einddatum 1 januari 2023.
Hopelijk heeft de Open Covid licentie zijn nut dan al verloren!
Als u vragen heeft over open source licenties of intellectuele eigendom, wij denken graag met u mee. Neem gerust contact op met Arnout Gieske, advocaat bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten te Amsterdam.